Eén van de hoogste kostenposten van het hebben van een zwembad, is het verwarmen van het water ervan. Water zelf is niet zo heel erg duur. Je betaalt een euro voor een kuub water, wat 1000 liter is. Als je een zwembad hebt van anderhalve meter diep, twee meter breed en zes meter lang, dan is de inhoud 2 x 6 x 1,5 = 18 kuub, dus 18.000 liter. Daar betaal je zo’n € 18,- voor, maar dan heb je wel ijskoud water uit de kraan. Wanneer je het op wil warmen, betaal je daar flink voor.
Om één liter water met één graad op te warmen, heb je 4,19 kJ (kilo joule) nodig: de soortelijke warmte van water. Om 18.000 liter water met één graad op te warmen, heb je dus 18.000 x 4,19 = 75.420 kJ nodig. Het water uit de kraan is zo’n 10 graden Celsius, het water in een zwembad is vaak 29 graden (ook al voelt het veel kouder!). Het water uit de kraan moet dus 19 graden opgewarmd worden, waarvoor we dus 19 x 75.420 = 1.432.980 kJ nodig hebben! Dat is 1.432,98 MJ. 1 kWh = 3,6 MJ. We hebben dus 398,05 kWh nodig om ons voorbeeld zwembad op te warmen. Met een energieprijs van € 0,25 per kWh kom je dan op circa € 100 om het zwembad eenmalig op te warmen. Het zwembad koelt echter snel af en moet dus voortdurend worden opgewarmd. Je kunt je wel voorstellen dat hier heel veel kosten mee gemoeid zijn.
Besparen met collectoren
Door gebruik te maken van zonnecollectoren kun je veel energie besparen. Er wordt dan namelijk gebruik gemaakt van de warmte van de zon. Alle beetjes helpen, dus zeker als je het zwembad vaak gebruikt, is het een goed idee om zonnecollectoren aan te schaffen!